Dr. Hans van Dartel is ethicus en (niet praktiserend) verpleegkundige. Hij was werkzaam als kwaliteitsfunctionaris, sr. beleidsmedewerker ethiek bij koepelorganisaties in de zorg, HBO docent, en universitair docent medische ethiek bij het Leids Universitair Medisch Centrum.
Op 22 december verzorgde Hans de sessie Casuïstiekbespreking: dilemma’s op de landelijke studiedag Verpleegkundig Leiderschap. We stelden Hans een aantal vragen.
Verpleegkundig leiderschap is een veel gehoord begrip, maar niet bepaald vanzelfsprekend. Hoe zou jij verpleegkundig leiderschap omschrijven?
‘Verpleegkundig leiderschap is een manier van je opstellen in je vak die gevoed wordt door lef en door fundamentele waarden van het vak zelf. Dat veronderstelt minimaal een vorm van omgaan met collega’s en medewerkers die open, maar ook zorgzaam en zorgvuldig kan worden genoemd: waarbij dus aangesloten wordt op de mogelijkheden van de medewerkers; zodat zij zich gesteund voelen in hun eigen groei en ontwikkeling; verpleegkundig leiderschap veronderstelt tevens dat waarden van de gezondheidsethiek een plek krijgen in de afwegingen die over de inrichting van de zorgverlening worden gemaakt. En dat je ten allen tijde open bent over de keuzes die je maakt.’
Leiderschap klinkt groot, maar kan ook in heel kleine dingen zitten. Kun je iets noemen wat je vandaag al kan toepassen, ofwel een praktisch voorbeeld van leiderschap op de werkvloer?
‘Dagelijks doen zich situaties voor waarbij zorgverleners morele stress ervaren. Het signaleren en bespreekbaar maken van dat soort signalen is onmisbaar voor een goed collegiaal werkklimaat. Dat begint met het oprecht en zonder oordeel belangstelling tonen voor die collega die vandaag wel erg ‘zuchterig’ is. Of anderszins onvrede uit.’
Waar ligt, volgens jou, de grootste drempel om leiderschap te ontwikkelen?
‘De dwingende cultuur van gelijkheid die er nogal eens is in teams. Waarbij individuele verpleegkundigen en ook verzorgenden worden verhinderd om hun eigen capaciteiten te ontwikkelen.’
Welke verpleegkundig ritueel of niet-functionele gewoonte zou jij ter discussie willen stellen?
‘Voordat je rituelen afschaft zou je goed na moeten gaan wat de betekenis ervan is. Je zou niet alleen naar functionele, doelgerichte criteria dienen te kijken maar ook naar andere betekenissen in het kader van groepsvorming en intercollegiale processen. Met andere woorden: veel rituelen zijn niet erg nuttig maar kunnen wel zinnig zijn.’
Op welk vlak denk jij dat verpleegkundigen best eens uit hun comfortzone mogen stappen?
‘Verpleegkundigen zouden elkaar meer mogen aanspreken op persoonlijke verschillen in hun interactie met patiënten. Stijlverschillen zijn er uiteraard altijd maar verschillen in de benadering kunnen ook nadelig uitpakken: hier is naar mijn overtuiging nog een en ander te winnen als het gaat om de professionalisering van het vak.’
Waarom zijn verpleegkundigen die leiderschap tonen zo belangrijk voor de patiënt(zorg) en het team?
‘Het maakt het zoeken naar nieuwe wegen en openingen in de zorg mogelijk en faciliteert zo ook de groei van het team en zijn leden in professionaliteit en de zorg zelf.’